Veel optische illusies zijn door tekenaars verzonnen om het publiek te vermaken. Deze bekende kantelfiguur werd in 1915 door de cartoontekenaar W.E. Hill gemaakt voor het Amerikaanse blad Puck Magazine. De titel luidde: 'Mijn vrouw en mijn schoonmoeder'.
Het idee was overigens niet nieuw.
Een Duitse ansichtkaart uit 1888:
Een Amerikaanse advertentie uit 1890:
In de psychologie werd de tekening door E.G. Boring ontdekt en in 1930 geïntroduceerd als illustratie van een ambigue, omkeerbare figuur. Dat eenzelfde tekening tot twee percepties kan leiden was een onomstotelijk bewijs dat ons waarnemingsvermogen niet stabiel is.
De eerste indruk is vaak die van een jonge vrouw, maar als je naar de tekening blijft staren, verschijnt opeens de oude vrouw. Het kost dan moeite de jonge vrouw weer te zien. Het is onmogelijk beide beelden tegelijk te zien.
Ambigue figuren zijn ook het bewijs dat niet het netvliesbeeld bepaalt wat we 'zien', maar de interpretatie in de hogere regionen van de hersenen.
Of iemand bij de eerste aanblik spontaan de jonge of de oude vrouw ziet, hangt af van de context waarbinnen de ambigue figuur gepresenteerd wordt.
Wanneer je eerst een tekening ziet waarin iets veranderd is zodat er ondubbelzinnig een jonge vrouw te zien is, en daarna de ambigue figuur, dan zul je in de laatste ook een jonge vrouw zien.
Twee Afbeeldingen:
Links: Variatie Jong
Rechts: Oorspronkelijke afbeelding
De verwachting op grond van de linker tekening schept een kader voor de waarneming van de rechter tekening.
Hetzelfde gaat op wanneer je eerst een tekening ziet waarin de oude vrouw is geaccentueerd, en daarna de ambigue figuur. Dan zul je ook bij de laatste tekening spontaan de oude vrouw zien.
Twee afbeeldingen:
Links: Variatie Oud
Rechts: Oorspronkelijke afbeelding